Volgens woningcorporatie Rondom Wonen is er geen sprake van dat huurwoningen die in Pijnacker-Nootdorp toegewezen worden aan een statushouder, door de vorige huurder leeg moeten worden opgeleverd en dat goede spullen zoals gordijnen, vloerbedekking of een vaatwasser, niet voor de statushouder kunnen worden achtergelaten. Volgens directeur Lambert Greven van Rondom Wonen is overleg over overname altijd mogelijk. De corporatie werkt daar ook aan mee.
Over de kwestie waren onlangs vragen gesteld door Sonja Baljeu van de CDA-fractie in de gemeenteraad van Pijnacker-Nootdorp. Zij had vernomen dat een te verlaten huurwoning ‘kaal’ moet worden opgeleverd. Dit leidt volgens haar tot onbegrip, omdat huurders vaak nog goede spullen hebben om achter te laten.
Volgens Greven ligt de zaak veel genuanceerder. Als een huurder de huur heeft opgezegd, dan vindt een controle van de woning plaats door een opzichter. Zijn er zaken ter overname voor de volgende huurder, dan kan dit bij deze controle worden besproken. Als de opzichter vindt dat de spullen die men wil achterlaten versleten of kapot zijn, dan moet de huurder die verwijderen, maar over andere goederen wordt aan de nieuwe huurder gemeld dat deze eventueel beschikbaar zijn. Over de overname zelf moeten de oude en de nieuwe huurder samen onderhandelen: daarin is de corporatie geen partij.
Witgoed liever uit inrichtingsbudget
Wordt een huurwoning aan een statushouder aangeboden, dan geldt deze procedure ook, al kan dan pas bij de sleuteloverdracht met de nieuwe huurder worden besproken of deze de goederen wil overnemen of niet. De gemeente adviseert statushouders om witgoed, zoals koelkasten en wasmachines, nieuw aan te schaffen vanuit de lening voor inrichtingskosten die de statushouder ontvangt. Als een overgenomen apparaat na bijvoorbeeld een jaar alsnog kapot gaat, dan kan een vervangende machine niet meer vanuit het inrichtingsbudget worden bekostigd. De statushouder moet zo’n nieuw apparaat dan zelf betalen, en daar is dan meestal geen geld meer voor.
