Column: Barbara Stein: Beer in zicht!

Soms is het onontkoombaar! De beer! Die ene gedachte, die je laat stoppen met waar je mee bezig bent. Die ene die zorgt, dat jouw gedachten op de vlucht slaan. Die ene die je doet wankelen in je zelfvertrouwen. Allemaal door die ene beer die plots aan de kant van de weg staat!

Beren komen op je weg in de rol van ouder, familielid, vriend, collega of virus. Of die mensen nou overleden zijn of niet, in zicht of niet, dat maakt niets uit. Ze zijn er opeens en belemmeren jouw genot en zicht. Het komt nooit gelegen en altijd op het moment, dat jij juist vol goede moed zo lekker bezig bent.

Juist dan nemen de beren stelling, ze kijken je aan, ruiken in de wind en peilen waar jij staat. Vooral de ongelikte beer is als een bulldozer. Zonder enige introductie, kan die luid brullend in de aanval gaan. Die ruikt op voorhand jouw onzekerheden en wiebeligheden. Het weet precies wat die moet zeggen, waardoor de moed in je schoenen zakt. Die ene zin “Daar zit geen droog brood in!”. Tjakka! Hebbes! In de klauwen en klaar om opgegeten te worden!

Enorme beren ben ik de afgelopen 6 maanden tegen gekomen, omdat ik enigszins naïef aan een groot avontuur begon door een project te starten wat heel dicht aan mij hart lag. Die beren kwamen al brullend, imponerend, aanvallend voorbij, maar soms ook makkelijk te tackelen. Ja, ik heb de behoefte gevoeld om alles uit mijn handen te laten vallen en te vluchten, maar toch hield ik mijzelf steeds staande, wetende dat als je wegrent gelijk prooi wordt. Ik overwon ze, uiteindelijk, stuk voor stuk.

Ze zeggen, dat je nooit achterom moet kijken. Toch deed ik dat, puur om te zien hoever ik al was gekomen. Dat gaf weer moed, omdat ik dan zag dat de weg vrij van beren was. Zo kon ik de focus houden op die pot met jam aan de horizon. Wetende dat jam altijd beren aantrekt, want die ervaring had ik immers 11 jaar geleden ook al opgedaan.

Manlief, kindlief en ik gingen toen naar een National Parc in de VS. Daar aangekomen, kregen we expliciete aanwijzingen hoe je beren uit het vakantiepark kon weren. We kregen de tip “Neem geen zoet eten mee in je huisje, in je auto of in je rugzak, want beren zijn dol op zoet eten!”. Echter, als rechtgeaarde Hollanders, hadden we uiteraard al een koelbox volgestouwd met lekker eten bij ons toen we het park binnen reden.

De dag daarop gingen we rondtoeren door het park met op de achterbank de koelbox naast kindlief, klaar voor gebruik. We reden langs een bosrand met daarachter een riviertje. In het midden hiervan lag een prachtig eilandje, klaar voor een picknick. Eten werd uit de koelbox in onze rugzak gestopt en de auto werd goed afgesloten tegen beren. We deden onze schoenen uit, stapten het frisse water in en liepen langs mensen die daar aan het zwemmen waren. Aangekomen op het rotsachtige eilandje, spreidden wij het kleedje en na een paar minuten volgden nog een paar gezinnen gezellig ons voorbeeld.

Nu zou je zeggen “Maar, is dat wel zo verstandig?”. Dan zeg ik “Ja! Doe vooral waar je hart blij van wordt en geniet!” en dat deden we, midden in de natuur picknicken en genieten van het landschap. Het was een typische Bob Ross-omgeving met water, bomen, rotsen en in de verte een grote berg met eeuwig sneeuw. Tijdens het insmeren van het brood met een dikke laag zoete aardbeien jam, keek ik om mij heen.“Typisch een omgeving waar je beren tegen kan komen.”, zei ik tegen manlief.

Nog voordat hij antwoord kon geven, schreeuwde een klein meisje naast mij, “A BEAR!! A BEAR!!”.

Mijn ogen volgden de vinger van het meisje. Aan de tegenoverliggende oever, zagen we een beer rondscharrelen, die in mijn ogen nog wat jong oogde. Vaak wil dat zeggen, dat mama-beer in de buurt is en mama-beren zijn nèt iets vaker een ongelikte beer als hun kinderen in de buurt zijn.

Wat overrompeld en dit alles in mij opnemend, begon ik toch maar het uitgestalde eten te verzamelen en in te pakken. “Geen rommel achterlatend in deze schitterende natuur”, dacht ik nog, terwijl de beer op nog geen 30 meter afstand was.

In mijn ooghoeken zag ik, dat manlief in paniek kindlief over zijn schouders wierp, klaar om met grote passen de rivier te doorkruisen om te redden wat hem het allerliefst was. Ik voelde zijn paniek en nog voordat ik het door had, pakte hij zijn schoenen van de grond en stapte de rivier in. Met hem volgden de andere gezinnen zijn voorbeeld.

Beren verstaan de kunst om puur door hun aanwezigheid, jouw gedachten op hol te laten slaan. Dus niks geen genieten meer, maar pure vlucht kwam in mij op! Met een oog gericht op de bossages om mama-beer te ontdekken, pakte ik in paniek nog de laatste spullen. Daarna snelde ik, met de bibbers in mijn benen, achter manlief aan. Ik verwachtte elk moment een aanvallende beer, die als een bulldozer achter mij aan kwam.

Tijdens mijn vlucht kwam een gedachte steeds maar voorbij, als een plaat die bleef hangen, “Als ik maar niet de laatste ben!”. Elke keer als ik achterom keek, zag ik geen beer, maar enkel andere mensen op de vlucht. “Ik ben niet de laatste!”, dacht ik blij en gniffelde wat.

Het grote project heb ik eind november afgerond. Beren zijn getackeld, paniek is er gevoeld, maar ik heb ook genoten en flink wat gehuppeld op de weg. De “pot met jam” staat nu in mijn atelier in dozen. Ondanks dat er al een deel is verkocht, zal het toch weer beren aantrekken. Dan is het aan mij om de beer recht in de ogen aan te kijken, kalm te blijven en mijzelf groot te maken in de hoop dat de beer geen droog brood in mij ziet.

O ja, vlak nadat we uit het water kwamen, stopte een auto voor onze neus met een leuk jong stel erin. Ze vroegen wat er aan de hand was, wijzend op de stroom vluchtelingen. Met de adrenaline nog in mijn lichaam, wees ik naar de overkant en gaf aan dat daar minimaal 1 beer liep. Hierop reageerden zij blij verrast, want ze zochten al een hele tijd naar beren. Ze parkeerden hun auto. Vol enthousiasme en wat naïef liepen ze naar de waterkant.

Het is eten of gegeten worden, door de gedachten die je hebt. Maar als je op avontuur bent, dan is er maar weinig dat je tegen houdt en ben je blij met beren op je weg!