Eindrapport onderzoek gemeentelijke grondtransacties

Onder gezamenlijk opdrachtgeverschap van gemeenteraad en college van Burgemeester en Wethouders is de afgelopen maanden een onderzoek uitgevoerd naar de grondprijzen en naar de wijze waarop de gemeente is omgegaan met een interne melding over de grondprijzen. In het eindrapport wordt geconcludeerd dat er geen aanwijzingen zijn dat gemeentegrond structureel tegen te lage prijzen verkocht is.

Voor twee van de tien onderzochte dossiers geldt dat de transacties niet als marktconform worden beschouwd; in één dossier is de rechtmatigheid niet aangetoond. Deze transacties hebben plaatsgevonden in 2007 en 2008. Daarnaast concluderen de onderzoekers dat
de wijze waarop met de melding is omgegaan procedurele gebreken vertoont.

Aanleiding en onderzoeksopzet
De directe aanleiding voor dit onderzoek was een interview met een oud-medewerker van de gemeente in een lokale krant op 21 juni 2017. Strekking van dit artikel was dat de gemeente structureel te lage grondprijzen zou hebben gehanteerd. Op 6 juli 2017 voerde de gemeenteraad een debat met het college van B&W en is besloten gezamenlijk een extern onderzoek te laten uitvoeren. Twee vragen stonden centraal in dit onderzoek. Ten eerste de vraag hoe grondprijzen tot stand komen en of deze marktconform en rechtmatig zijn. Dit is beoordeeld aan de hand van tien dossiers. Ten tweede de vraag hoe binnen de organisatie is omgegaan met de melding. Het onderzoek is begeleid door een commissie waarin zowel gemeenteraad als het college van B&W vertegenwoordigd zijn. Het onderzoek is uitgevoerd door Brink Management/Advies (Brink) in samenwerking met Andersson Elffers Felix (AEF).

Conclusies en aanbevelingen
Ten aanzien van de eerste vraag – de totstandkoming, marktconformiteit en rechtmatigheid van de grondprijzen – concluderen de onderzoekers dat er geen aanwijzingen zijn dat gemeentegrond structureel tegen te lage prijzen verkocht is. De onderbouwing van de grondprijzen is in het merendeel van de gevallen marktconform. In twee van de tien onderzochte dossiers (uit 2007 en 2008) zijn gerede twijfels over de marktconformiteit.

De besluitvorming over grondverkopen heeft in negen van de tien onderzochte dossiers rechtmatig – dus conform de regels – plaatsgevonden. De onderzoekers zien wel verbetermogelijkheden, onder meer in de onderbouwing van de prijsstelling en de onderbouwing van de keuze voor de ontwikkelende partij. De onderzoekers bevelen daarnaast onder andere aan om beleidskaders en interne procedures verder op schrift te stellen en te formaliseren.

Ten aanzien van de tweede vraag – de wijze waarop met de interne melding en de melder is omgegaan – stellen de onderzoekers vast dat de Klokkenluidersregeling in dit geval niet goed is toegepast. De uitvoering van het interne onderzoek dat plaatsvond naar aanleiding van de melding kent procesmatige gebreken. Vanuit haar rol van werkgever is de gemeente onterecht terughoudend geweest in de communicatie met de melder over de ontstane situatie en de omgang hiermee. De onderzoekers bevelen onder meer aan om de Klokkenluidersregeling te herzien en aan te laten sluiten bij de actuele wetgeving en om de vertrouwelijke vastlegging van meldingen bij de interne vertrouwenspersoon meer aandacht te geven.

Behandeling door gemeenteraad en college
De gemeenteraad en het college van B&W bespreken het rapport op dinsdag 21 november a.s. in een beeldvormende raadsessie. Op woensdag 6 december a.s. vindt de oordeel- en besluitvorming plaats. De raadsessies zijn openbaar en beginnen om 20.00 uur. U bent van harte welkom aan de Emmastraat 165 in Pijnacker. Op Raad Live kunt u de vergaderingen ook via internet volgen.