Gezamenlijk onderzoek naar grondprijzen

Donderdagavond werd in de raadszaal van Pijnacker een debat gevoerd over de commotie rondom de gehanteerde grondprijzen in de gemeente. In een besluit werd vastgelegd dat er een gezamenlijk extern onderzoek komt naar de grondprijzen.

Uit de beantwoording van de vragen kwam verder voor dit moment naar voren dat er geen aanleiding is om aan te nemen dat de grond te goedkoop verkocht zou zijn. Wethouder José van Egmond, portefeuillehouder, haalt hierbij onder andere het project Mercato aan. “Ja, de ontwikkelingen in de markt worden continu gemonitord. Een globale nacalculatie vindt plaats binnen de projectteams. Uit een second opinion voor dit project blijkt dat de toenmalige bedragen juist waren. De marktconformiteit werd bevestigd.”

Verder wordt ook toegelicht dat de gemeente voldoende expertise in huis heeft om de grondprijzen te bepalen middels interne en externe planeconomen. Daarnaast wordt voor grondaankopen altijd een externe taxatie gevraagd. Notarissen controleren dit onafhankelijk.

Op de vraag of de gemeente op de hoogte was van de grondpercelen reageert van Egmond als volgt: “De gemeente verkoopt grond aan een ontwikkelaar. Dit is de transactie waar de gemeente zicht op heeft omdat ze daarin zelf partij is. De grond zal altijd worden doorverkocht aan een derde partij. Met deze derde partij heeft de ontwikkelaar zelf een overeenkomst gesloten met daarin afspraken over de koopsom en bijkomende kosten, bouwkosten, notariële kosten e.d. De gemeente is daarbij in de tweede transactie geen partij en heeft geen bemoeienis of invloed of inzicht in de prijsvorming.”

De belangrijkste vraag waar voor de inwoners van de gemeente antwoord op diende te komen was zeer duidelijk. Is de grond te goedkoop verkocht en is de gemeente miljoenen misgelopen?

Van Egmond: “Nee, de grondprijzen worden op grond van marktconforme kavels bepaald. Er worden onderbouwingen opgesteld of advies gevraagd. Elke verkoop wordt getoetst aan de kaders in de nota grondprijzen. Indien de prijzen afwijken wordt dit in de besluitvorming onderbouwd. De nota grondprijzen worden om de twee jaar vastgesteld door de raad. Zo kunnen actuele ontwikkelingen in de markt worden toegepast. ”

Op de vraag waarom de raad niet geïnformeerd is over deze zaak in 2015 gaf de wethouder aan dat er in de onderzoeken naar aanleiding van een ‘klokkeluider’ geen onrechtmatigheden gevonden zijn en dat er daarom geen reden was om de raad te informeren. “Uitkomsten van het intern onderzoek lieten geen misstanden zien en was geen basis voor extern onderzoek.”, aldus van Egmond.

Ondanks dat er geen aanleiding is om aan te nemen dat de grond te goedkoop verkocht is, komt er nu toch een extern onderzoek naar de kwestie. Hier geeft van Egmond een stellig antwoord: “De rol van de gemeente wordt door uitingen in de media publiekelijk in twijfel getrokken. Wij vinden het belangrijk om publiekelijk elke vorm van twijfel weg te nemen. De uitkomsten van het externe onderzoek zijn gericht op het toekomstig kaders en handelen van de gemeente.”