De anterieure overeenkomst tussen gemeente Pijnacker-Nootdorp en projectontwikkelaar de Maese over het Awetaterrein is ondertekend op donderdag. Daarmee komt een einde aan de bijna twintig jaar durende impasse tussen de gemeente en de oorspronkelijke ontwikkelaar, vastgoedbedrijf Heijmans. De eerste 33 woningen zullen eind 2017 al beschikbaar komen. In totaal zullen honderd woningen gebouwd worden, waarvan vijftien tot achttien sociale woningen en 82 tot 85 in de vrije sector.
Jakko Dekkers, directeur samen met Menno Faber, vertelt: “In 2000 kocht Heijmans het naastliggende Arcticterrein, in de veronderstelling dat het Awetaterrein ook verworven zou worden. Dat is toen niet gelukt, waardoor een patstelling ontstond tussen de gemeente en Heijmans. Zonder het Awetaterrein erbij was verdere ontwikkeling eigenlijk niet mogelijk, dat werd al snel duidelijk.”
Namens vastgoedbedrijf Heijmans was Pim Bosch aanwezig om de oude overeenkomst te ontbinden, tegelijk met de ondertekening van de nieuwe. Bosch: “Dit was een lastig project voor ons, het kwam moeilijk van de grond. De investering in het Awetaterrein was voor ons eigenlijk niet haalbaar. Daarom zijn we heel blij dat we de Maese als geïnteresseerde partij vonden. Mijn felicitaties aan de heren Dekkers en Faber.”
Alleen maar winnaars
Machineproducent Aweta bestaat al vijftig jaar. Als producent van sorteermachines en ondersteunend tuinbouwgereedschap zijn zij een wereldspeler. Wanneer je het hebt over Nederland als leider op het gebied van tuinbouw, als doorvoerland, dan heb je het over Aweta. Wethouders José van Egmond en Piet Melzer benadrukken dan ook dat de gemeente hen graag een nieuwe plek wil geven. Daarvoor worden twee mogelijke terreinen overwogen: bedrijvenparken Boezem Oost en Heron.
Van Egmond: “Eigenlijk zijn er bij deze overeenkomst alleen maar winnaars. Ontwikkelaars Heijmans en de Maese kunnen hun middelen eindelijk tot het volste inzetten en Aweta kan zich op de nieuwe locatie optimaal vestigen. En hoewel de gemeente ontzettend blij is met Aweta, willen we zo’n milieu- en verkeersintensief bedrijf toch graag buiten de woonkern plaatsen.”
Niels van Hemert
