De ANBO, belangenvereniging voor senioren, hield deze week woensdag de jaarlijkse ledenvergadering. Omdat er nog steeds veel veranderingen plaats vinden in de Wmo, Wet maatschappelijke ondersteuning, had de ANBO afdeling Pijnacker-Nootdorp wethouder Bernard Minderhoud gevraagd om de belangrijkste veranderingen toe te lichten De wethouder legde uit dat er drie soorten ouderen zijn. De traditionele ouderen, dat zijn vooral landelijke mensen die vaak zelf al een mantelzorger hebben . De tweede groep bestaat uit moderne ouderen die helemaal niet bezig zijn met het ouder worden en heeft ook geen zorgvraag. De derde groep is post modern en doet het allemaal zelf wel.De hulpvragers zijn ook weer verdeeld in een aantal groepen. De eerste groep kan het zelf beter, willen geen dokter als het niet nodig is en regelt het zelf wel. De tweede groep ziet meer in “samen staan we sterk”, en vindt het belangrijk om een keuze te hebben, persoonlijke aandacht en de zorg zelf collectief kunnen regelen. Mensen kunnen ook groepsgericht zijn omdat ze het niet alleen kunnen. Er is veel behoefte aan mantelzorg.
Vanaf 2015 wordt de huishoudelijke zorg al geregeld via de gemeente. Inwoners die hiervan al gebruik maakten, kregen bezoek van een consulent voor een zogenaamd “keukentafelgesprek”. Er werd een rapport opgesteld waarin duidelijk werd wat de zorgvraag was en welke oplossingen er aangeboden konden, zoals een mantelzorger of een helpend familielid. Wanneer dit geen optie was, kon de gemeente zorgen dat er een huishoudelijke hulp werd geregeld voor de taken die echt niet meer zelf gedaan konden worden
Wat is de Wet maatschappelijke ondersteuning?
De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is er voor mensen die zonder ondersteuning niet zelfstandig kunnen wonen. Het gaat bijvoorbeeld om mensen met een lichamelijke handicap, dementerende ouderen, mensen met een licht verstandelijke beperking of mensen die door langdurige psychische problemen moeite hebben om zelfstandig te functioneren. Voor deze kwetsbare inwoners is de Wmo een steun in de rug. De gemeente ondersteunt kwetsbare inwoners zodat zij zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen. De gemeente biedt hiervoor ondersteuning bij het regelen van een huishoudelijke hulp, wonen in een geschikt huis, problemen met mobiliteit in huis en vervoer buitenshuis, advies bij persoonlijke verzorging, een zinvolle dagbesteding voor u of uw partner, het opzetten van een sociaal netwerk en het vinden van mantelzorg.
Maatwerk in gezamenlijk overleg
Elke hulpvraag kan heel verschillend zijn. Daarom wordt er maatwerk geboden. De manier van aanvragen is ook veranderd. Het is niet meer mogelijk om zelf een traplift, scootmobiel of aanpassingen in huis aan te vragen bij de gemeente. U kunt wel bij de Wmo (bereikbaar via de gemeente) een adviesgesprek aanvragen. Op afspraak komt er een consulent langs om te praten over de thuissituatie, in gezamenlijk overleg welke hulp er nodig is, wat u wilt en met zo min mogelijk kosten.
Als uw wens een traplift is en de gemeente vindt dat u daarmee niet nog 10 tot 15 jaar in uw eigen huis kunt blijven wonen omdat zich in die tijd meer woonproblemen zullen voordoen, kan de oplossing voorgesteld worden om te verhuizen naar een gelijkvloerse woning. Natuurlijk heeft u hierin het laatste woord, en mag u op eigen kosten wel een traplift laten aanleggen. Maar als er echt geen andere oplossing is dan om toch te verhuizen, biedt de gemeente, afhankelijk van uw inkomsten en spaargeld, een maximale verhuiskostenvergoeding van 5.000 euro.
Vanuit de zaal mochten algemene vragen worden gesteld via de microfoon om alles centraal te houden. Een opvallende vraag was: ”Zijn er voldoende aangepaste woningen voor ouderen?” De wethouder antwoordde dat de gemeente hierover in gesprek is met Rondom Wonen.
Op de vraag of er folders over de nieuwe Wmo neergelegd konden worden in de Schakelaar en de Weidevogelhof om alles nog eens te kunnen nalezen moest men het antwoord schuldig blijven. Er bleek nog geen folder te zijn en er was helaas ook geen toezegging wanneer die beschikbaar zou komen.
Hanneke van de Gevel van Eerlijk Alternatief was die middag aanwezig. Het viel haar op dat naast wethouder Minderhoud en zijzelf er verder geen raadsleden aanwezig waren. Ze had er wel wat meer verwacht. Er kwam later die middag nog wel een raadslid van D’66 naar deze bijeenkomst.
Hanneke v.d. Gevel vond het vreemd dat er alleen algemene vragen vanuit de zaal gesteld mochten worden en niet inhoudelijk. Daardoor durfden niet veel mensen een vraag te stellen via de microfoon die rond ging. Na afloop was er nog wel gelegenheid om persoonlijke vragen te stellen.