Van Oevelen: Regionale vraagstukken anders aanpakken

Raadslid Richard van Oevelen van Pijnacker-Nootdorp (Gemeentebelangen) is niet tevreden over de regionale samenwerkingsverbanden met andere gemeenten. Die komen steeds meer en op steeds grotere schaal voor. Volgens Van Oevelen is het lastig voor een gemeenteraad om grip te houden op zulke samenwerkingsverbanden. Hij vindt ook dat hierdoor de democratische besluitvorming onder druk komt te staan. Dat zegt Van Oevelen in een interview met Raadslid Nu, een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden.

Ook Pijnacker-Nootdorp heeft te maken met verschillende van die samenwerkingsverbanden. De grootste is de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag, die gaat over het economische vestigingsklimaat en over het openbaar vervoer. Hierin werken 23 gemeenten samen. Een kleinere vorm van samenwerking is Avalex, het afvalverwerkingsbedrijf van zes gemeenten.Van Oevelen is er een sterk voorstander van dat ernaar gekeken wordt om regionale vraagstukken en problematiek op een andere manier aan te pakken, zegt hij in het interview.

Worstelen

Hoe die andere aanpak dan zou moeten zijn, daarover heeft hij ook het ei van Columbus nog niet gevonden, zegt hij desgevraagd. “Ik heb ook de oplossing niet direct, maar ik zie wel dat veel overheden ermee worstelen. Het debat over bestuurlijke vernieuwing is al jaren aan de gang en daar zijn al veel voorstellen voer gedaan, maar echte stappen zijn nog niet gemaakt.”

In zijn werk als raadslid komt Van Oevelen geregeld voorbeelden tegen die zijn stelling onderschrijven. “Neem de discussie over de keerlus voor de Randstadrail. Vanuit de Metropoolregio is bedacht dat Pijnacker hiervoor de beste locatie is, maar je ziet dat dat op lokaal niveau natuurlijk best een groot probleem oplevert. Ik denk dat de besluitvorming over dit soort onderwerpen meer democratische legitimiteit nodig heeft. Misschien moet de provincie kleiner, of misschien moeten we er toch een ander democratisch gekozen bestuursorgaan tussen leggen. Het zijn in elk geval zaken waar je over kunt nadenken.”

Van Oevelen is behalve gemeenteraadslid ook actief als onderzoeksmedewerker bij de afdeling Staats- en bestuursrecht van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Leiden. Vanuit de Thorbecke leerstoel houdt hij zich ook bezig hoe je dergelijke regionale vraagstukken het beste zou kunnen aanpakken. Hij werkt aan het formuleren van een onderzoeksagenda voor de provincie en het middenbestuur als geheel. In juni is hier een overleg over met de Commissaris van de Koning, het college van Gedeputeerde Staten en leden van Provinciale Staten van Zuid-Holland. Ook is het plan om in het najaar van 2017 of in het voorjaar van 2018 een breed symposium over dit onderwerp te organiseren.