Kosten WMO en Jeugdhulp blijven onder de begroting

De gemeente Pijnacker-Nootdorp heeft nu eindelijk inzicht in de kosten voor de maatschappelijke ondersteuning (WMO) en voor de Jeugdhulp. De uitgaven voor de WMO waren in 2015 lager dan waar in de begroting rekening mee was gehouden. Ook de kosten voor Jeugdhulp bleven iets onder de begroting. Het college van B & W presenteerde enkele maanden geleden al de Monitor Sociaal Domein 2015. In die nota waren echter nog geen definitieve cijfers opgenomen over het gebruik en de kosten voor maatschappelijke ondersteuning (WMO). Over de Jeugdhulp was nog helemaal geen cijfermateraal beschikbaar. Dat leverde enkele kritische opmerkingen op in de gemeenteraad bij de behandeling van de Kadernota, die de grondslag vormt voor de begroting voor komend jaar.
Bij de uitgaven voor de WMO ziet het college een toename van het aantal cliënten, maar een beperkte toename van het aantal voorzieningen. Bij de Jeugdhulp valt op dat het aantal jongeren in de gemeente dat hulp krijgt, op hetzelfde niveau is als het landelijk gemiddelde; 10,5%. Maar er wordt vaker lichtere hulp gegeven, vergeleken bij de landelijke cijfers.

De groep tussen 8 en 11 jaar gebruikt juist meer dan gemiddeld jeugdhulp, vooral GGZ-hulp. Ook valt op dat de jeugdhulp in Nootdorp relatief hoger is dan in de andere kerndorpen.