Kwaliteit oppervlaktewater: nog geen enkele verbetering

De waterkwaliteit in het gebied van Hoogheemraadschap Delfland, waaronder ook Pijnacker-Nootdorp valt, is afgelopen jaar nog totaal niet verbeterd. Er zitten nog altijd teveel meststoffen (stikstof en fosfaat) en bestrijdingsmiddelen in het oppervlaktewater. Voor dit jaar wordt zelfs verwacht dat de hoeveelheid meststoffen nog wat zal toenemen. De belangrijkste bron van deze vervuiling is de glastuinbouw. Dat schrijft het Hoogheemraadschap in de waterkwaliteitsrapportage over 2016.

Uit de rapportage blijkt dat de chemische waterkwaliteit nog steeds onvoldoende is, en dat verbeteringen van de afgelopen jaren stagneren. Sinds 2014 was er wel een afname van de hoeveelheid meststoffen in het water, maar dat was het gevolg van het doorspoelen van de boezem met water uit het Brielse Meer. Dit doorspoelen leverde echter te weinig resultaat op, en daarom is men daar inmiddels mee gestopt. Het gevolg zal dus zijn dat in 2017 weer een kleine stijging in de concentraties meststoffen wordt verwacht.

‘Proactieve attitude
 bij tuinders is
 dringend noodzakelijk’

Hoewel er ook andere bronnen zijn van vervuiling, is het toch vooral de glastuinbouw die voor de meeste troep in het water zorgt. “Informatie en communicatie uit het verleden hebben nog onvoldoende tot meetbaar schoner water geleid en een proactieve attitude bij tuinders is dringend noodzakelijk”, schrijft het Hoogheemraadschap aan het college van B & W.

Het verbeteren van het oppervlaktewater is ook in het belang van tuinders zelf, schrijft Delfland. Het gaat daarbij vooral om het duurzame imago van de sector en om eerlijke concurrentie.

Intensiever handhaven

De waterkwaliteit kwam ook al aan de orde tijdens de laatste vergadering van de gemeenteraad in maart, toen het waterklimaatplan werd besproken. De fracties van GroenLinks en PvdA vroegen toen expliciet aandacht voor de kwaliteit van het oppervlaktewater. Jan Nederveen (GroenLinks) diende een amendement in dat door vijf fracties was mede-ondertekend, en waarin een intensievere handhaving van de waterkwaliteit werd gevraagd, indien nodig door hier extra geld voor uit te trekken.

Uiteindelijk werd het amendement niet in stemming gebracht, omdat verantwoordelijk wethouder Jaap van Staalduine de raad ervan wist te overtuigen dat er in de komende tijd al veel wordt gedaan aan de handhaving. Door afspraken binnen Westland, Oostland en het hoogheemraadschap zijn hier ook financiële en personele middelen voor beschikbaar. “We gaan niet alleen intensiever controleren; we gaan ook veel doen aan voorlichting en aan bedrijfsbezoeken”, zegde de wethouder toe.