CDA maakt zich zorgen over grondwater

De CDA-fractie in de gemeenteraad van Pijnacker-Nootdorp heeft aan het college van B & W gevraagd of ook in deze gemeente problemen kunnen ontstaan met het grondwater, als in Delft wordt gestopt met het oppompen daarvan. Volgens onderzoek zouden ook de omliggende gemeenten schade kunnen ondervinden van een hogere grondwaterstand, aldus recente publicaties in het blad Delft op Zondag. De voormalige Gistfabriek in Delft pompte al vanaf 1916 grote hoeveelheden grondwater op om installaties te koelen. Het gaat om 1200 kubieke meter per uur, vanaf een diepte van 25 tot 40 meter. Dat water wordt onttrokken aan de bodem van een enorm gebied, tot onder Rijswijk, Den Haag, het Westland, Leidschendam-Voorburg, Pijnacker-Nootdorp, Berkel en Rodenrijs en Vlaardingen toe.
Schade

De waterwinning, met grote pompen op het vroegere Gistfabriekterrein, is al geruime tijd overbodig, maar er kan niet zonder meer mee worden gestopt. Dat zou grote gevolgen hebben voor de stand van het grondwater, waardoor door verzakkingen schade kan ontstaan aan huizen en gebouwen in de gehele regio.

Toch wil de gemeente Delft, dat momenteel in zijn eentje opdraait voor de kosten van het oppompen en naar zee vervoeren van het grondwater, in de komende jaren de pompen langzaam dichtdraaien. Daarna wordt via metingen en met satellietbeelden het zakken van de bodem in de gaten gehouden.

Financiële gevolgen

De CDA-fractie uit Pijnacker-Nootdorp wil van B & W weten of de gemeente de structurele gevolgen voor Pijnacker-Nootdorp al in kaart heeft gebracht. Ook vraagt de fractie naar de financiële gevolgen, en of deze verhaald kunnen worden op Delft, het Hoogheemraadschap of de provincie. Tenslotte wil het CDA weten of het klopt dat schade aan particuliere woningen voor de eigen rekening van de huiseigenaren komt, en dat dat nergens kan worden verhaald.