Partij van de Dieren stelt vragen aan B&W

Aardwarmte maakt gebruik van warmte uit de grond. Aardwarmte is een milieuvriendelijk alternatief voor het stoken van gas en kolen. Daarom stimuleert de overheid deze bron van duurzame energie onder meer met subsidies.

Bij aardwarmte (geothermie) wordt vanuit minimaal 500 meter onder de grond warm water opgepompt. Het water wordt gebruikt voor de verwarming van woningen en kassen. Afgekoeld water gaat terug in de grond en kan later weer worden gebruikt. Het voordeel van aardwarmte is dat het nooit opraakt.

Carla van Viegen vraagt zich af of de risico’s van de winning van energie uit aardwarmte niet onderschat wordt?

Het Staatstoezicht op de mijnen (SodM) adviseerde afgelopen donderdag dat de overheid met gericht beleid en betere regelgeving moet komen komen om de veiligheid in de sector te waarborgen. Denk daarbij aan de aardbevingen in Groningen.

Omdat het om relatief nieuwe technieken gaat, is er volgens het SodM nog te weinig aandacht voor risico’s, zowel op het gebied van veiligheid als milieu. Ook ontbreekt het in de sector nog aan expertise. Aan dit laatste kan het ministerie van Economische Zaken (EZ) iets doen door strengere eisen te stellen. De sector zelf moet te rade gaan bij de olie- en gassector en de kennis die daar aanwezig is gebruiken om de veiligheid bij het gebruik van aardwarmte te verbeteren.

De toezichthouder twijfelt verder of duurzaamheid wel de belangrijkste overweging is bij geothermieprojecten. Het beperken van gelden is een begrijpelijke reflex maar kan er ook toe leiden dat er slecht materiaal wordt gebruikt of personeel wordt ingehuurd dat niet over de benodigde materie beschikt.

Momenteel zijn er amper beperkingen over waar wel en waar niet projecten kunnen worden ontwikkeld. In gebieden waar de kans op aardbevingen al groter is dan gemiddeld zijn toch vergunningen afgegeven, stelt het SodM. Het is aan het ministerie van EZ om vast te stellen welke gebieden geschikt zijn voor geothermie.